
66
66
6
Instrukties voor de installatieInstrukties voor de installatie
Instrukties voor de installatieInstrukties voor de installatie
Instrukties voor de installatie
warmtecapaciteit kan worden afgelezen op het plaatje met
de technische gegevens aan de onderkant van het apparaat;
• de mondingen aan zowel de binnen- als de buitenzijde van
de wand mogen niet verstopt kunnen raken;
• met bijvoorbeeld een rooster, metalen gazen, enz. zijn
beschermd opdat de bovengenoemde nuttige sectie niet
wordt verminderd;
• op een hoogte vlak boven de vloer zijn geplaatst.
Aansluitende Ventilatie
Bijzonderheid A kamer kamer
A
Voorbeeld van een ventilatieopening Vergroting van de gleuf tussen
voor verbrandingslucht de deur en de vloer
Fig. 2A Fig. 2B
De lucht mag eveneens vanuit een nevenliggende ruimte
worden toegevoerd, op voorwaarde dat het hier geen
slaapkamer of een ruimte waar brandgevaar bestaat betreft,
zoals bijv. opslagplaatsen, garages, magazijnen met
brandbaar materiaal enz., en ze in overeenstemming met de
geldende normen is geventileerd. De toevoer van de lucht
vanuit een nevenliggende ruimte naar de te ventileren ruimte
dient vrijelijk door permanente openingen te worden
gegarandeerd, met een sectie die niet kleiner mag zijn dan
die hierboven vermeld. Deze openingen kunnen ook worden
verkregen door de vrije ruimte tussen de deur en de vloer te
vergroten (fig.2B).
Als voor de afvoer van de verbrandingsproducten een
elektroventilator wordt gebruikt, zal de ventilatieopening
moeten worden aangepast aan de maximale capaciteit van
de luchtverplaatsing ervan. De capaciteit van de
elektroventilator dient voldoende te zijn om per uur een
luchtverversing van 3÷5 maal het volume van de ruimte te
garanderen.
Bij een intensief en langdurig gebruik van het apparaat kan
een extra ventilatie noodzakelijk blijken die kan worden
verkregen door bijvoorbeeld het openen van een raam of een
verbetering van de afzuigcapaciteit van de elektroventilator,
indien aanwezig. De gassen van een vloeibaar gemaakt
gasmengsel (LPG) zijn zwaarder dan lucht en blijven laag
hangen. De ruimtes waarin gasflessen met LPG staan
moeten dan ook openingen naar buiten hebben ter hoogte van
de vloer, zodat eventueel gelekte gassen van onderen
afgevoerd kunnen worden. Zet geen LPG gasflessen (ook als
deze leeg zijn) in ondergrondse ruimtes; in de ruimte is het
verstandig alleen de gasfles te laten staan die op dat moment
in gebruik is, waar u de gasfles uit de buurt van warmtebronnen
moet neerzetten waardoor de temperatuur van de gasfles
eventueel op kan lopen tot meer dan 50°C.
De onderstaande instructies zijn bestemd voor de erkende
installateur om hem in staat te stellen de handelingen met
betrekking tot de installatie op de meest correcte wijze en
in overeenstemming met de van toepassing zijnde normen
uit te voeren.
Belangrijk: alle regel-, onderhoudshandelingen enz.Belangrijk: alle regel-, onderhoudshandelingen enz.
Belangrijk: alle regel-, onderhoudshandelingen enz.Belangrijk: alle regel-, onderhoudshandelingen enz.
Belangrijk: alle regel-, onderhoudshandelingen enz.
moeten op een van het elektriciteitsnet afgeslotenmoeten op een van het elektriciteitsnet afgesloten
moeten op een van het elektriciteitsnet afgeslotenmoeten op een van het elektriciteitsnet afgesloten
moeten op een van het elektriciteitsnet afgesloten
apparaat worden uitgevoerd.apparaat worden uitgevoerd.
apparaat worden uitgevoerd.apparaat worden uitgevoerd.
apparaat worden uitgevoerd. Indien het noodzakelijk mocht
blijken de elektrische voeding te handhaven, zal de grootst
mogelijke voorzorg moeten worden genomen.
De kookplaten hebben de volgende
technische kenmerkentechnische kenmerken
technische kenmerkentechnische kenmerken
technische kenmerken:
Klasse 1Klasse 1
Klasse 1Klasse 1
Klasse 1
Categorie II 2L3B/P (voor NEDERLAND)Categorie II 2L3B/P (voor NEDERLAND)
Categorie II 2L3B/P (voor NEDERLAND)Categorie II 2L3B/P (voor NEDERLAND)
Categorie II 2L3B/P (voor NEDERLAND)
Categorie II 2E+3+ (voor BELGIË)Categorie II 2E+3+ (voor BELGIË)
Categorie II 2E+3+ (voor BELGIË)Categorie II 2E+3+ (voor BELGIË)
Categorie II 2E+3+ (voor BELGIË)
PlaatsingPlaatsing
PlaatsingPlaatsing
Plaatsing
Dit apparaat mag uitsluitend geïnstalleerd worden en
functioneren in ruimtes die permanent geventileerd zijn in
overeenstemming met de voorschriften van de geldende
normen. De volgende eisen moeten in acht genomen worden:
• Het apparaat moet de verbrandingsproducten afvoeren
naar een speciaal hiervoor bestemde kap die op een
schoorsteen, een afvoerkanaal of rechtstreeks naar buiten
moet zijn aangesloten (fig.1).
• Als het gebruik van een kap niet mogelijk is, kan een in het
raam of in de buitenmuur geplaatste ventilator worden
gebruikt die tegelijkertijd met het apparaat in werking
gesteld moet worden.
In open haard of vertakte rookpijp Meteen naar buiten
(aanwezig bij de kookapparaten)
Ventilatie van de keukenruimteVentilatie van de keukenruimte
Ventilatie van de keukenruimteVentilatie van de keukenruimte
Ventilatie van de keukenruimte
In de ruimte waar het apparaat wordt geïnstalleerd moet een
hoeveelheid lucht worden toegevoerd die voldoerde is voor
de verbranding van het gas en de ventilatie van de ruimte.
De natuurlijke toevoer van de lucht dient te worden
gewaarborgd door middel van permanente openingen in de
buitenmuren van de ruimte, of door enkele of collectief
vertakte ventilatiekanalen, in overeenstemming met de
geldende normen. De lucht dient rechtstreeks van buitenaf
en uit de buurt van bronnen van verontreiniging te worden
toegevoerd. De ventilatieopening moet over de volgende
eigenschappen beschikken (fig.2A):
• een totale volledig onbelemmerde doorgangssectie van
tenminste 6 cm² voor iedere kW nominale warmtecapaciteit
van het apparaat, met een minimum van 100 cm² (de
fig.1
Comentarios a estos manuales